-
1 francium
frans -
2 français
-
3 méridional
méridional [meeriedjonnaal],méridionaux [meeriedjonnoo]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:adj1) zuidelijk2) Zuid-Frans, van de Midi -
4 parler
parler1 [paarlee]〈m.〉————————parler2 [paarlee]♦voorbeelden:1 parler pour ne rien dire • maar wat praten, leuterensavoir ce que parler veut dire • aan een half woord genoeg hebbenparler à tort et à travers • maar doorpraten, doorratelenparler crûment • geen blad voor de mond nemengénéralement parlant • in het algemeen (gesproken)parler mal de qn. • kwaad over iemand sprekenqu'on ne m'en parle plus • ik wil er niets meer over horenn'en parlons plus • zand erovervoilà qui est parler • zo mag ik het horen!parler à qn. • met, tegen iemand pratenparler à l'oreille de qn. • tegen iemand fluisterentrouver à qui parler • ondervinden, merken wie men tegenover zich heefton parle sans cesse d' intégrité • men heeft het steeds over integriteitles faits parlent d' eux-mêmes • de feiten spreken voor zichzelfparlez-moi de cela • praat me daar niet van〈 informeel〉 de quoi ça parle, ce livre? • waar gaat dat boek over?sans parler de • om nog maar te zwijgen vanil parlait de partir pour les Etats-Unis • er was sprake van dat hij naar Amerika zou gaanparler pour qn. • voor iemand pleiten〈 informeel〉 tu parles • het mocht wat, reken maar, schei uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spreken♦voorbeelden:parler le français • Frans kunnen spreken1 met elkaar, in zichzelf pratenv1) spreken (over), praten (over)2) bieden [kaarten] -
5 hexagonal
hexagonal [egzaagonnaal],hexagonaux [egzaagonnoo]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden: -
6 à la française
-
7 franc
I adj ( fém - franque)1) ист. франкский2) ист. европейскийII mancien franc, franc ancien — старый франкnouveau franc, franc lourd — новый франкfranc-or — франк, обеспечиваемый золотомfranc français (FF) — французский франкfranc belge (FB) — бельгийский франкfranc suisse (FS) — швейцарский франкfranc CFA — франк Финансового объединения африканских стран, франк КФА••s'ennuyer à cent francs de l'heure разг. — страшно скучатьtrois francs six sous разг. — почти что ничегоIII 1. adj ( fém - franche)1) вольный, свободный, свободный от обязательств; без стесненияcoup franc — свободный удар; штрафной удар••franc du collier — решительно и смело2) свободный (от сборов и т. п.)boutique franche — магазин, торгующий беспошлинными товарами (напр., в аэропорту)3) открытый, чистосердечный, искренний, прямой••franc et massif разг. — полный, безоговорочный4) бойкий, разбитнойfranc de gueule груб. — бойкий на язык, речистый5) целый, полныйhuit jours frans — полных восемь дней6) настоящий, подлинный7) арго надёжный; верный8) перен. явный; отъявленный2. advоткровенно, чистосердечно; напрямик, решительно, недвусмысленно -
8 chanson
chanson [sĵãsõ]〈v.〉2 gezang ⇒ gesjirp, geruis♦voorbeelden:chanson à boire • drinkliedje connais la chanson • dat verhaal ken ikf1) lied(je)2) gesjirp, geruis -
9 fabrication
fabrication [faabriekaasjõ]〈v.〉1 vervaardiging ⇒ fabricage, fabricering, aanmaak, makelij2 fabrikaat ⇒ makelij, maaksel, werk, product♦voorbeelden:fabrication de fausse monnaie • valsemunterijfabrication en grande série • massafabricage, -productiefabrication en série • seriefabricage, -productiefabrication hors série • stukproductie→ secretf1) vervaardiging, fabricage2) fabrikaat, product3) (het) verzinnen [laster] -
10 faute
faute [foot]〈v.〉1 vergrijp ⇒ fout, overtreding2 misstap3 fout ⇒ vergissing, onhandigheid4 schuld♦voorbeelden:une faute de français • een fout tegen het Fransfaute de frappe • tikfoutfaute d'orthographe • spelfoutfaute typographique • druk-, zetfoutc'est (de) sa faute • dat is zijn schuldce n'est pas sa faute s'il est petit • hij kan er ook niets aan doen dat hij klein isà qui la faute? • wiens schuld is het?être en faute • schuld hebbense sentir en faute • zich schuldig voelenne pas se faire faute de • niet nalaten om, niet schromenfaute de • bij gebrek aansans faute • zonder mankerenf1) fout, overtreding2) vergissing3) schuld -
11 le
le1 [lə],♦voorbeelden:1 je l'en remercie • ik bedank hem, haar ervoorêtes-vous le roi? je le suis • bent u de koning? dat ben ik————————le2 [lə],〈 lidwoord〉1 de, het♦voorbeelden:l'article trois • artikel driela Callas • Callasoh! le beau chien • o, wat een mooie hondle commissaire Maigret • commissaris Maigretallez, les enfants! • kom, kinderen!il s'est cassé la jambe • hij heeft zijn been gebrokenle médecin reçoit le(s) lundi(s) • de dokter houdt spreekuur op maandagla mine allongée • met een lang gezicht〈 informeel〉 le Pierre, la Jeanne • Piet, Jannietrois fois la semaine • drie keer per weekà la française • op z'n Fransl'on • men1. = la; = les; pron1) hem, haar [persoon]2) hen, ze [persoon pl]3) het [zaak]4) ze [zaak pl]2. = la; = les; artde, het -
12 lire
lire [lier]1 lezen2 lezen ⇒ ontcijferen, interpreteren, begrijpen3 zien ⇒ opmerken, gewaarworden♦voorbeelden:dans l'attente de vous lire • in afwachting van uw reactielire des yeux • stil, niet hardop lezenlire qc. en diagonale • iets vluchtig doorlezenlire un graphique • een grafiek lezen♦voorbeelden:1. f 2. v1) (voor-, af)lezen2) zien, opmerken3. se lirev -
13 moitié
moitié [mwaatjee]〈v.〉♦voorbeelden:il, elle est une moitié d'homme, de femme • hij, zij is zeer klein (van stuk)vers la moitié (du mois) d'octobre • ongeveer half oktoberà moitié • half, voor de helft, gedeeltelijk, grotendeelsà moitié chemin • halfweg, halverwegeà moitié fou • zo goed als gekgroupe de gens à moitié francophiles, à moitié francophobes • groep mensen deels Frans-, deels anti-Fransgezindagir, être, se mettre de moitié avec qn. • iemands compagnon, deelgenoot zijnles loyers ont augmenté de moitié • de huren zijn met de helft omhooggegaanpartager par (la), en moitié • (in tweeën) delen, halveren, door de helft doenpour moitié • voor de helftmoitié farine, moitié son • half kaf, half koren, het is noch het een noch het ander→ fautef1) helft2) echtgenote -
14 nègre
nègre [negr],négresse [neegres]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 〈 pejoratief〉nikker, negerin2 negerslaaf, -slavin♦voorbeelden:nègre marron • bosnegerfaire comme le nègre • doorgaan met werkentravailler comme un nègre • zwoegen als een paard→ motionpetit nègre • gebroken Fransparler petit nègre • koeterwalen————————(tête de) nègrem (f - nègresse)1) nikker/negerin2) negerslaaf/-slavin -
15 unité
unité [uunietee]〈v.〉1 eenheid ⇒ innerlijke samenhang, harmonie3 eenheid ⇒ grootheid, het getal een♦voorbeelden:faire l'unité • de eenheid herstellenprix à l'unité • prijs per stukgrandeur unité • eenheid van maatunité de valeur • studiepunt, creditpoint 〈 universiteit〉f1) eenheid2) unit3) harmonie4) oorlogsschip -
16 usage
usage [uuzaazĵ]〈m.〉1 gebruik ⇒ doeleinde, werking, nut2 gewoonte ⇒ gebruik, usance4 wellevendheid ⇒ welgemanierdheid ⇒ 〈 meervoud〉 beschaafde manieren ⇒ 〈 meervoud〉 goede omgangsvormen♦voorbeelden:faire (un) bon usage de son argent • zijn geld goed bestedenfaire un bon usage • lang meegaanfaire usage de qc. • gebruik van iets maken, iets gebruikenfaire de l'usage • lang meegaanmettre en usage • in gebruik stellen, invoerenperdre l'usage de la parole • de spraak verliezenà l'usage • in de praktijkà l'usage de qn. • ten behoeve van, voor iemandêtre d' un usage courant • veelvuldig gebruikt, toegepast wordenêtre encore en usage • nog steeds gebruikt worden, in gebruik zijn(être) hors d' usage • kapot, onbruikbaar, versleten (zijn), niet meer in gebruik, buiten gebruik (zijn), in onbruik geraakt (zijn)quel est l'usage de cet appareil? • waartoe dient dat apparaat?d' usage • gebruikelijk3 le bon usage (du français, du néerlandais) • het algemeen beschaafd (Frans, Nederlands)4 avoir l'usage du monde • beschaafde manieren hebben, een man, vrouw van de wereld zijn1. m2) nut3) gewoonte4) taalgebruik2. usagesm pl -
17 vache
vache1 [vaasĵ]〈v.〉1 koe♦voorbeelden:les sept vaches grasses, les sept vaches maigres • de zeven vette jaren, de zeven magere jarengros comme une vache • zo rond als een ton〈 informeel〉 être là comme une vache qui regarde passer les trains • wezenloos, met open mond staan te kijkenla vache! • verduiveld!, bliksems! 〈 uitroep van spijt〉→ métier3 c'est une vieille vache, une belle vache • het is een rotvent, rotwijfne fais pas la vache • doe niet zo gemeen————————vache2 [vaasĵ]1 rottig ⇒ gemeen, krengerig♦voorbeelden:1 c'est vache • da's gemeen; da's pech, pech gehad1. f1) koe2) smeris3) smeerlap4) rundleer2. adj1) gemeen, rot2) verdomd [mooi] -
18 aisance
-
19 analogue
analogue (à) [aanaalog]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 analoog (met) ⇒ gelijksoortig, overeenkomstig♦voorbeelden:1 〈 zelfstandig〉 ce terme n'a point d' analogue en français • hiervoor bestaat in het Frans geen analoge term -
20 ce terme n'a point d' analogue en français
ce terme n'a point d' analogue en françaisDictionnaire français-néerlandais > ce terme n'a point d' analogue en français
См. также в других словарях:
Frans Hals — Copia de un autorretrato de Frans Hals. Nacimiento hacia 1580 Amberes … Wikipedia Español
Frans Kaisiepo — (October 10, 1921 ndash; April 10, 1979) was a National Hero of Indonesia ( Gelar Pahlawan Nasional Indonesia ).Kaisiepo was born in Wardo on the island Biak on October 10, 1921. As the representative of Papua He was involved in the Malino… … Wikipedia
Frans Van Coetsem — (Sommer 1982; Ithaca, NY, USA) Frans Camille Cornelis Van Coetsem[1] (* 14. April 1919 in Geraardsbergen, Belgien; † 11. Februar 2002) war ein belgischer (flämischer) Sprachwissenschaftler. Na … Deutsch Wikipedia
Frans Said — Frans Henry Said is a Maltese broadcaster and author, born on 16 September 1932.His best known work is in Children’s Programmes, and Christmas activities for needy children.Early lifeThe youngest of three surviving children, Frans (Francis) was… … Wikipedia
Frans Brüggen — Saltar a navegación, búsqueda Frans Brüggen ( * 30 de octubre 1934, Ámsterdam) es un músico holandés. El primer Virtuoso: Frans Brüggen Los Países Bajos después de la guerra se encontraban “estructuralmente enteros”, afectados por la crisis de la … Wikipedia Español
Frans Hals der Jüngere — Frans Hals der Jüngere, eigentlich Frans Franszoon Hals, auch Frans Hals II, (getauft 16. Mai 1618 in Haarlem; † April 1669 ebenda) war ein holländischer Maler des so genannten Goldenen Zeitalters. Er entwickelte sich künstlerisch und vermutlich… … Deutsch Wikipedia
Frans de Waal — Fransiscus Bernardus Maria (Frans) de Waal (* 29. Oktober 1948 in ’s Hertogenbosch, Niederlande) ist ein Zoologe und Verhaltensforscher, der sich seit Anfang der 1970er Jahre speziell mit Schimpansen und Bonobos befasst, aber auch mit Makaken … Deutsch Wikipedia
Frans Masereel — (* 30. Juli 1889 in Blankenberge; † 3. Januar 1972 in Avignon) war ein bedeutender belgischer Graphiker, Zeichner und Maler, der vor allem für seine beeindruckenden, von starken Emotionen geprägten Holzschnitte bekannt ist. Mosaik von … Deutsch Wikipedia
Frans van Mieris el Viejo — Saltar a navegación, búsqueda Frans van Mieris: Retrato de una dama Frans van Mieris el Viejo (Frans Mieris de Oudere, en neerlandés) (Leiden, 16 de abril de 1635 Leiden, 12 de marzo de 168 … Wikipedia Español
Frans Eemil Sillanpää — [ˈfrɑns ˈɛːmil ˈsilːɑnpæː] (* 16. September 1888 in Kierikkala, Gemeinde Hämeenkyrö; † … Deutsch Wikipedia
Frans Post — Saltar a navegación, búsqueda Frans Post Frans Janszoon Post (Leiden, 1612 Haarlem, 18 de febrero de 1680) fue un pintor neerlandés de la época barroca … Wikipedia Español